Op deze site zetten wij onze bevinding van de vele melkmachines die wij in onderhoud hebben.
Beperkt uw melkstal uw productiviteit?
Wat zijn restricties in uw melkstal?
Het is belangrijk te begrijpen wat restricties zijn in uw melkstal. Een restrictie is alles wat de vrije melkstroom van de uier tot de melkleiding beperkt, alles wat u tegenkomt kan de melkstroom en het melken beïnvloeden. Soms zijn het de melkklauwen, soms de melkslangen die een verkeerde diameter hebben welke niet bij de melkstroom past. Melkmeters hebben vaak een beperkte doorstroming of een klein gaatje om de melk te meten. Het is heel waarschijnlijk dat iedere melkstroomindicator de melkstroom beperkt. Het omhoog brengen van de melk beïnvloed de melkstroom waarschijnlijk het sterkst, er ontstaan dan kolommen melk die de luchtstroom totaal blokkeren voor enige tijd, dit heeft als gevolg dat het melkvacuüm te sterk daalt bij de spenen. Dit omhoogtrekken van melk kan op veel plaatsen in de melkweg van uier naar melkleiding worden gevonden. Het kan een simpel probleem zijn zoals te langen melkslangen. We vinden die ook in melkstroomsensoren en melkmeters, een krul wordt in de slang gelegd om een goed meet resultaat te krijgen.
Hoe weet ik dat er in mijn melkstal restricties of beperkingen zijn?
Er zijn verschillende manieren om te zien of uw melkapparatuur de melkstroom van uw koeien beperkt. Het meest gemakkelijke is de melkslang die van de melkklauw komt te bekijken, bewegen de slangen sterk, dansen of schokken ze, dan weet u zeker dat er proppen melk weggewerkt worden, met een transparante slang kunt u het ook zien. Zolang de kolom melk er is, zakt het vacuümniveau sterk en schiet het vacuüm weer ophoog wanneer de kolom afgevoerd is. U kunt ook een monteur vragen een natte meting te doen en het klauwvacuüm te meten, fluctueert die meer dan 2 kPa in de piek melkstroom dan weet u dat er restricties zijn. De doormeter kan ook een trajectmeting doen, bijvoorbeeld bij de uitloop van de melkklauw en voor de melkmeter en na de melkmeter. Op deze manier kunt u zien welk onderdeel de melkstroom beperkt. De vacuümdaling ontstaat wanneer een bepaald onderdeel vol melk zit en geen lucht meer doorlaat(of onvoldoende lucht) om het vacuüm op peil te houden.
Heb ik nu een probleem?
U denkt waarschijnlijk, ik heb deze apparatuur al een tijdje en er zijn geen problemen, of dit zijn dezelfde diameter melkslang en klauwen die al jarenlang verkocht worden. Het is waar, 16 mm melkapparatuur en melkslang worden al sinds de jaren 70 verkocht. Maar kijkt u eens hoe de koeien verandert zijn vanaf 1980, de productie is hoger maar vooral de melksnelheid van de koeien is groter. En een koe moet de melk kwijt kunnen als het oxytocine niveau op het hoogst is. Proefondervindelijk blijkt dat met een 19 mm melkinstallatie de koeien in de piek melkstroom 25 % sneller melken t.o.v. een 16 mm. Door een snelle afvoer van de melk, en door de melk en luchtstroom beter te scheiden krijgt u een stabieler melkvacuüm waardoor de spenen in de rustfase beter gemasseerd worden en de speeneinden als barrière tegen bacteriën beter blijven functioneren.
Zijn die beperkingen in de melkweg dan belangrijk?
Wat gebeurt er wanneer er restricties zijn in de afvoer van de melk?
Allereerst zorgt dit voor instabiel melkvacuüm , het vacuüm onder de speen is essentieel voor een goede werking van het melksysteem. Het bedrijfsvacuüm wordt hierop afgesteld. Als je veel kolomvorming in het systeem hebt dan gaat het klauwvacuüm fluctueren, soms wel tot 15 kPa. De fluctuaties verlagen het gemiddeld melkvacuüm. Eigenlijk moet dan het vacuüm hoger gezet worden om de tepelvoering goed te laten werken, het gevolg is dan wel dat aan het eind van het melken, wanneer de melkstroom kleiner wordt, het melkvacuüm veel te hoog wordt onder de speen. Hierom en ook omdat men onbekend is met de fluctuaties, is het melkvacuüm vaak te laag. Het gevolg is dan dat de koe te langzaam gaat melken en dat iets taaier melkende kwartieren erg nakomen en minder goed uitmelken. Dit komt onder andere omdat in de loop van het melkproces de koeien trager gaan melken, omdat de massage van de speen te wensen overlaat. De kracht van de massage van de speen wordt bepaald door het melkvacuüm, als het melkvacuüm te laag is dan gaat de speen iets zwellen en wordt de melkstroom minder. Als de massage wegvalt omdat de pulsator niet meer werkt, dan duurt het maar even en dan melkt de koe niet meer. Ditzelfde gebeurt in geringere mate wanneer het melkvacuüm te laag is.
Hoe kunnen we dit oplossen?
Het melksysteem moet vrijgemaakt worden van alle restricties. De melk moet vrij kunnen stromen maar tegelijkertijd moet ook de lucht vrij kunnen stromen in de tegengestelde richting. Zie het als een waterafvoerbuis, als deze te klein is dan hoopt het water zich op, maar als die buis 2 keer zo groot is loopt al het water rustig en geleidelijk weg.
Zo ook bij uw melksysteem, een grotere diameter melkapparatuur zorgt dat het melken optimaal en zonder problemen verloopt. De koeien melken sneller, beter en gelijkmatig uit over alle spenen. Geen beschadigingen door verminderde massage als gevolg van vacuümschommelingen, houdt het tepelkanaal en slotgat in goede conditie zodat uierontstekingen en celgetal afnemen.
Voor een mooi voorbeeld kunt u altijd even deze video bekijken op: Youtube